Zoals de Fransen

23 nov

Nu zit deze jongen al 7 maanden te klussen in 033 en verbaast zich steeds meer over hoe de Fransen denken. Hun logica en wereldbeeld is op zijn zachts gezegd enigermate merkwaardig te noemen. Zo ook hun taalgebruik – maar hierover later. Een kleine illustratie van die denkwijze is wat de lezers van de Figaro denken wat de top 100 films aller tijden zou moeten zijn, hieronder de top tien:

Citizen Kane, Orson Welles
La Nuit du Chasseur, Charles Laughton
La Règle du Jeu, Jean Renoir
L’Aurore, Friedrich Wilhelm Murnau
L’Atalante, Jean Vigo
M.le Maudit, Fritz Lang
Chantons sous la Pluie, Stanley Donen et Gene Kelly
Vertigo, Alfred Hitchcock
Les Enfants du Paradis, Marcel Carné
La Prisonnière du Désert, John Ford

Volgens mij zijn dat allemaal zwart wit films! En als filmgek heb ik van een paar nog nooit gehoord. Dus die moet ik maar eens gaan bekijken.

Een ander fenomeen van de Fransman is hoe deze iets over de brug krijgt. We weten natuurlijk allemaal dat ze praat.graag.ziek zijn. Maar van de week werd me dat pas goed bewust. Op de radio hoorde ik tot mijn verbijstering dat je pas als wel opgevoed of intelligent beschouwd wordt als je van een woord/begrip/ding op zin minst 5 verschillende woorden zeg maar synoniemen of homoniemen kent. En die op zijn minst tijdens een gesprek ook etaleerd, het liefst nog in een en dezelfde zin. Merkwaardig niet? Maar ja dat zou je ze nog kunnen vergeven. Maar als je ze dan hoort uitwijden over iets heel gewoons, dan begin je toch snel naar de zijkant van je hoofd te wijzen (dat is hier een gebaar van die gast is geschift). Lees en huivert.

Stel ik zou de volgende zin uiten: “Wat is het verschil tussen boter en boter licht gezouten”

Dat laatste vind ik namelijk erg lekker op een baguette met een beetje pindakaas (een doodzonde ik weet het…)

Een NL-er zou zeggen: “er zit 0.5% meer zout in.”

Een fransman zegt:

“U heeft het over de boter die uit de melk van de koe gemaakt wordt, nu moet u weten dat er ongezouten boter en gezouten boter is. Als u wilt weten wat het verschil tussen die twee is dan moet u weten dat gewone boter niet gezouten wordt en de gezouten boter wel, begrijpt u? Nu dan, er is inderdaad een verschil tussen licht gezoute boter en gezoute boter. Deze laatste wordt bijna niet meer op de markt gebracht, ik geloof dat dat sinds eind zeventiger jaren niet meer het geval is, maar dat terzijde. De licht gezouten boter bevat dus zout. Per streek zijn er verschillen maar in de Haut Saone heeft men de norm die al eeuwen gold voor boter zoals gezegd in de 70-er jaren verlaten, en daarvoor in de plaats is de mild, gezouten boter op de markt gebracht. Overigens de term licht gezouten wordt hier foutief gebruikt. Deze mild gezouten boter wordt niet overal meer verkocht.”

En zo kan het nog een minuut ratelen doorgaan. Het bovenstaande getuigt ervan dat je met een hoogopleide en welopgevoede Fransman hebt te maken die blijk geeft niet alleen over een eloquent taalgevoel te beschikken maar ook zijn historie goed te kennen (wordt als erg belangrijk gezien), en dan specifiek met betrekking tot de lokale markt. Als je niet oppast dan vertelt hij er ook nog bij wie en wat daar allemaal me te maken heeft gehad. OK het bovenstaande lijkt extreem, maar het is me echt een keer overkomen. Mijn oren tuitten en mijn hoofd duizelde.

In het algemeen is de op nivo staande Franse conversatie doorspekt met weetjes, elementen van geschiedenis en bloemigheden. Dat wordt natuurlijk niet allemaal in een keer ge-etaleerd zoals in het bovenstaande, maar men doseert dat in een gesprek zorgvuldig. Om niet al te pedant over te komen. Dus iedere keer haakt de welopgevoede en goed opgeleide gesprekspartner weer in met een welgedoseerde “intelligente” opmerking. Zodat je aan het eind van zo’n gesprek zwaar onder de indruk moet zijn van de ‘smans kennis, taalgebruik en elegantie. Sterker nog, men wordt alleen als intelligent gezien als je een dergelijk gesprek kunt voeren. Men noemt dat de kunst van conversatie. En staat hier zeer hoog aangeschreven. Waarlijk een 17e eeuws overblijfsel. Eigenlijk is het een beetje pronken met de veren.

Een minder opgeleide Fransman gebruikt ook zeker de nodige versierselen in diens taalgebruik. Maar dat lijkt meer van een omschrijvende manier te zijn. De gemiddelde Fransman zal nooit zeggen: “die deur is rood”. Dat wordt als een beetje boers en ongemanierd beschouwd. In plaats daarvan zal hij zeggen.

Die deur daar, die houten deur in dat huis, welke nu gesloten is, heeft een kleur die sterk lijkt op rood.

Dat getuigd namelijk van goed observatie vermogen en taalgebruik. Weer zo’n deugd uit de 17 eeuw.

Naarmate diens opleiding hoger is en idioom navenant zal daar steeds meer bladieblah bijkomen. Moet je maar eens op een zondag avond naar France Culture luisteren. Je gelooft je oren niet. Vandaar dat Franse handleidingen ook minstens 25% langer zijn dan een Nederlandse of Duitse handleiding.

Zo komt het dat de Fransen de gemiddelde Nederlander dan ook als minderwaardig beziet, op zijn minst een beetje boertig. We zijn immers niet zo breedsprakerig, pardon eloquent, en vinden een exacte aanduiding al meer dan genoeg. Die deur is rood, en daarmee basta. Nee pas als je het Frans gebruikt met de nodige omhalen en bovendien nog indirect op het gewenste onderwerp kan duiden, dan wordt je als volwaardig aangezien, voor zover je die eer als buitenlander kan toevallen, en heb je het gemaakt.

Er is dus voor mij nog een lange weg te gaan.

Plaats een reactie