Archief | boeuf bourguignon RSS feed for this section

Blogje

28 nov

Drie jaar geleden vond Fannie dat ik maar eens iets moest gaan melden over de toestanden in de wereld van Mailleroncourt, en zo. Vorderingen in de verbouwing en wat deze jongen zoal uit vrat. Zij zat toen nogal veel in het buitenland voor d`r werk. Alhoewel, Fannie was niet de enige die dat vroeg. Vrienden, bekenden, ex-collega`s en ook veel oud gasten wilden graag op de hoogte blijven van dit project. Geluiden als: waar begin je nu weer aan, tot aan goh spannend, hou ons op de hoogte klonken. En wat lag dan meer voor de hand om dat dan in een bescheiden blogje te doen.

Snel merkte ik, dat rapporten maken of onderzoeken uitschrijven, heel andere soep was dan het schrijven van een voor iedereen beetje leesbaar verhaal. Bij een technisch rapport kun je gewoon kort door de bocht gaan. “Het hoeft geen roman te worden”, riep ik zelf ook heel vaak tegen teamgenoten op de werkvloer.

TAAL
Waar ik ook al eens iets over schreef was, dat basis dingen als D`s en T`s in een rotgang aan mij voorbij zijn gegaan. Te snel om ze op te pikken of vast te houden. Of misschien gewoon te vaak verhuisd. Wat ook niet heeft geholpen, is dat in de voorbije decennia de spelling van de NL taal nog eens een paar keer veranderde. Een keer zelfs werden de al te drastische wijzigingen in de spelling teruggedraaid, om vervolgens iedereen die niet veel met schoonschrijverij te maken had in verwarring achter te laten.
Daarbij kwam nog dat mijn leesvoer van de afgelopen decennia bij default niet veel Nederlands bevatte. Als je in de IT wereld je vakliteratuur wilde bijhouden, en dat deed ik behoorlijk fanatiek, dan is de taal Engels. Errug weinig Nederlands dus. En in welk modern vakgebied is dat heden ten dage niet zo. Het meeste, en vaak ook belangrijkste wordt in`t Engels gepubliceerd. Lezingen worden veelal in het Engels gegeven, op conferenties is de voertaal Engels en ga zo maar door. Voordat iemand iets anders gaat denken, ook mijn Engels is niet van een literair niveau. Naast vakliteratuur las ik weinig anders, geen tijd of zin. Of ik keek tv, om het malende brein te verdoven.

Dan schakel je ineens om, in het Frans nota bene. En voilà, weer een deuk in mijn toch al niet zo geweldige kennis van de NL grammatica ;=)

Een poosje na mijn verhuizing naar LDF ging volgens Carla mijn Nederlands er dan ook in rap tempo verder op achteruit. Nee, niet omdat ik een hekel heb aan het Nederlands, of in talen in het algemeen. Ik vind talen heel erg belangrijk als vehikel om te communiceren. Taal is eigenlijk prachtig! Heerlijk, om met een vlijmscherp sarcasme, dingen eens fijntjes aan een prutser uit te kunnen leggen bijvoorbeeld. Of iemand een vreselijke ziekte toe te wensen, maar wel zo dat het slachtoffer je er ook nog voor bedankt ;=) Of om dingen leuk en aardig te vertellen. Echt waar. Alleen, het boeit me overigens weinig of dat in hyper correct NL, of welke andere taal dan ook, gebeurd.

BELANGRIJK
We merken wel dat talen belangrijk zijn voor onze business hier. Correspondentie voor aanvragen en reserveringen worden in vijf talen gevoerd. Daardoor ben ik zelfs, door mijn contacten met spaans sprekenden, ook maar eens iets van het ES gaan leren. Fannie spreekt dat overigens heel goed. Samen spreken we dus vijf talen. Toch niet gek zoiets, voor een B&B-tje in het wereld-dorp Mailleroncourt-Saint-Pancras. We merken ook dat het redelijk spreken van een taal als Duits of Engels mee helpt in het krijgen van gasten van over de grens. En zelfs de Fransjes vinden het prachtig dat je echt probeert de taal zo goed mogelijk te spreken. De taalfauten nemen ze dan, beleefd glimlachend, op de koop toe.

Dan is er Marion die, na eerdere voorzichtige hints, definitief begon te balen van de slechte taal & grammatica op de blog en vervolgens aanbied een handje te helpen. Dat vind ik dan weer geweldig. Het leuke is dat we er allebei van leren. En mocht het iemand zijn opgevallen, het aantal taalfauten en al te erge zondes tegen de NL grammatica zijn drastisch verminderd. Als goede ghostwriter laat Marion mijn eigen stijl zoveel mogelijk in tact, en knipt de vuiltjes weg. Toch bijzonder vind ik dat, zo`n samenwerking. En dat voor een blog wat niets anders doet dan vrienden, bekenden, en gasten op de hoogte te houden van wat er hier zoal gebeurd.

Inmiddels zijn er gemiddeld +60 lezers per dag, is de blog +21.000 keer gelezen en staan er +444 verhaaltjes op. De vruchten van dik 3 jaar krabbelen. En ik merk als gasten, vrienden of kennissen komen dat ze bij-gelezen zijn. Of, al leuterend via de telefoon, dat meestal de mensen op de hoogte zijn, ook leuk om te merken.

WEEKEINDE

Van dingen die zoal gebeuren is het volgende er een van. Een mooie illustratie hoe onzeker zaken kunnen blijven tot op het laatste moment.

Twee weken geleden meldde zich iemand met een redelijk onzekere reservering. Of men niet alle vijf kamers en het appartement kon afhuren voor een groep vrienden. Een lang weekeinde zou dat worden en of er ook in het atelier iets gedaan kan worden. Want zo kwamen ze op onze B&B uit. Die combinatie. Snel zeg ik geen nee, dus reageer ik in redelijk Engels dat dat een goed plan was. Lijkt me dikke pret worden, een vol atelier met mensen die klei alle richtingen insturen. Zekerheid over het uiteindelijke aantal mensen en kamers kon pas later geboden worden, of dat een probleem was in verband met het voorschot? “Niet echt”, antwoordde ik. Vanuit het buitenland geld overmaken duurt toch zeker een dag of vier, en als het aantal personen dan niet bekend is, tsja. Meestal ben ik dan wel soepel. Wordt dat door harde lessen overigens wel steeds minder.
Uiteraard heb ik dit soort reserveringen eerder gehad en het adres van de afzender bleek dan steevast uit Afrika of 0ost- Europa te zijn. Met natuurlijk list en bedrog als oogmerk. Dus je blijft op je hoede, toch? Hoewel je kunt nooit weten. Daarom benader ik dit soort reserveringen altijd met een beetje reserve, maar positief. Na enkele mailwisselingen groeide het vertrouwen.

Ondertussen meldden zich gasten voor de maandag en dinsdag, dus het feest werd steeds completer. Veel ervaring doe ik weer op om de kamers te prepareren voor winter gasten. Dat is toch weer anders dan voor zomer gasten. Je sleept wat verrijdbare elektrische kacheltjes aan en zorgt ervoor dat alle dekbedden op winterstand staan. En jawel hoor, toch weer een vergeten, mérde. Je stookt bovendien het huis op tijd warm genoeg zodat de gasten het niet koud krijgen. Warm in de lobby is ook warm in de rest van het huis. De lobby is namelijk nog steeds de koudste plek.
Gelukkig kwam die maandag eindelijk de rolluiken pipo, die het weerbarstige rolluik van kamer 2 fikste. Hij had daar zelfs een paar uur voor nodig, en dat is zijn dagelijkse werk ook nog eens. Ineens baalde ik dan ook niet meer van mijn paar mislukte pogingen. Nu hij er toch was, liet ik hem hem ook maar naar de andere luiken kijken. Een beetje WD40 smeerspul doet meestal wonderen, nu ook weer. Hier en daar moesten een paar van die kasten uit elkaar. Stuifzand en ander vuil eruit en na een morgentje door jakkeren liepen alle rolluiken weer prima op en neer. Dit ook maar op de seizoen`s klussenlijst plaatsen, besloot ik.

VRIJDAG
De vrijdag naderde. Nog steeds geen definitieve reservering. Wel dat het steeds minder mensen werden. En of ze zelf in de keuken iets mochten koken? Tuurlijk.
In de avond, op de afgesproken tijd, geen leven in de brouwerij. Ach het hele huis was warm, ook niet verkeerd een keer. En daarom ging ik maar in de corridoor naar een flimpie kijken. Opeens geluid in de keuken. Het bleek een groepje internationale studenten uit Fontainebleau te zijn. “Oh ja, zou vanochtend nog een mailtje sturen dat ook de vijfde kamer niet meer nodig was, maar dat is er niet meer van gekomen” zei de führer van het groepje, toen we al bezig waren te kamers door te lopen. Daar voel je je dan ineens onbehaaglijk bij. Zo van, wat moet ik hier nu mee? Zo kun je toch nooit maximale gastvrijheid aanbieden?

Zaterdag zou ik, zoals afgesproken, koken voor ze. Had het menu al gemaakt. Ter plekke veranderde ik het menu om toch maar vooral flexibel te blijven in hoeveelheden en zo. Toen we weer in de lobby stonden, vroeg ik: “Wat willen jullie voor vanavond gaan koken?” “Nee, toch maar liever niet, we hebben eigenlijk ook niets ingekocht. Waren er ergens pizza`s of zoiets te scoren?” Dat werd dus een makkie voor ze, slim. Gedurende de avond druppelden de rest van de gasten binnen en de pizza`s werden in grote getalen in de oven geschoven om op te warmen. Afijn, inkopen voor het knabbelen en drinken hadden ze gelukkig nog wel gedaan, dus die verzorging was prima geregeld. Wie er nu precies ging kleien werd ook niet duidelijk, en waar ze de volgende dag wilden wandelen? Oei, wel ver 10KM in dit onzekere weer. Gaf ik ze geen ongelijk in. En al rap kwamen de computers op tafel, evenals de boeken, aantekeningen, en diverse studie materialen. Een gezellige boel. Deed me wel aan de wilde tijden in Vlaardingen denken. Leuk hoor die discussies.

KLEIEN
Op zaterdag gingen twee gasten mee naar het atelier. Dikke pret. Beetje hangen in de stoel, wat aanwijzingen geven, en stimuleren dat er toch nog iets werd gefabriekt. Je hebt het over alles en niks. De zonne verwarming doet het overigens prima in het atelier. Voor alle zekerheid toch een mobiel element er bij gezet, maar dat bleek niet nodig. Beter mee verlegen dan om verlegen, zeg ik maar  Weet ik dan ook weer. Heel prettig dat je kunt schakelen tussen de CV en de solar farm. Want die installatie heeft de afgelopen week geen Joule opgeleverd. Dikke grauwe soep hing in de lucht de afgelopen week. De utopie dat je helemaal op zonne energie zou kunnen overgaan is en blijft daarom ook een utopie (voorlopig). Alhoewel, als geld geen bezwaar is, kun je natuurlijk een vreselijk diep gat graven, daarin een speciaal soort beton storten wat dan in de zonnige dagen opgewarmd wordt. Dat geval dient dan weer als accu. Zo zijn er nog wel meer van dat soort grapjes. Hoewel, als geld geen bezwaar is, zou je dan nog al die moeite doen? 

DINER

Het diner werd een succes: de traditionele winterkost als Boeuf Bouguignon, ging erin als koek. Had eerder nog even aan Choux Croute lopen denken maar liet dat idee varen. Ging wellicht een straatje te ver. Te uitgesproken misschien. B-B hadden de meesten tijdens hun verblijf in LDF nog niet gegeten. Natuurlijk Luberon als wijn, en als dessert had ik mini taartjes van bladerdeeg, met appel snippers, rozijnen en honing gemaakt. Licht en lekker. 

Zondag traditioneel crêpes, ook iets heel bijzonders zeiden ze, om dat als ontbijt te krijgen. Uit voorzorg had ik maar een dubbele hoeveelheid gebakken. Ook dat bleek een goede zet. Er waren er slechts drie over. Kwam goed uit want ik ben er niet vies van, een paar crêpjes. Vooral die appelstroop op de crêpes vonden ze lekker. En dat dat zo makkelijk te maken was, wekte verbazing. De lekkerste dingen zijn meestal erg eenvoudig te maken.

PAUZE

Uiteindelijk moest ik ze toch verzoeken afscheid te nemen, als ze tenminste nog op tijd in Fontainebleau wilden zijn vanavond.
Ver na twaalven vertrok de laatste gast. Hopelijk denken sommigen er nog aan om wat commentaar achter te laten op TripAdvisor of Zoover. Kan altijd weer helpen om gasten een indruk van ons B&B te geven.
Even een rondje gemaakt, lichten uitdoen, kijken of niemand wat vergeten is en bedden afhalen. De dode soldaten (lege flessen) stonden in cohorten van 6 opgesteld, en de pizza dozen vulden de afvalton tot aan de rand. Gelukkig is maandag weer vuilophaal. Schoonmaken komt dan maandag wel. Nu lekker even in een boekje duiken en de zondag verder van de weergekeerde rust in het huis genieten. Toch anders of je nu gasten in de winter hebt of in de zomer.

Kookboeken

14 nov
picture:750g.com

Van diverse vrienden en kennissen krijg ik kookboeken aangeboden. Geweldig! En warempel, vanochtend kwam BP ook nog aangehobbeld met een dikke zak kookboeken. Een boekje Les Meilleures Recettes de Régions de France – de beste recepten uit de franse regio`s verdient speciale aandacht. Waarom? Het sluit mooi aan bij mijn bestudering van de middeleeuwse keuken van Frankrijk. Die recepten lijken me namelijk behoorlijk authentiek te zijn.
Toevallig zag ik op het franse journaal ook een item over de lokale keuken. En volgens de journalist is dat ook een beetje de trend aan het worden. Terug naar de oorsprong. Een mooi item op het journaal. Daarin werd een restaurant getoond in de Limoge, een departement beetje links in centraal Frankrijk. De kok specialiseerde zich zelfs in de produits du terroir – streek producten. En de klanten maar klagen, oh oh oh wat een calorieën, maar erg lekker. En hap, ging er weer een brok van die paté de pomme de terre – aardappeltaart – in dat ronde smullende gezicht. Tuurlijk je kunt overal lardons – spekkies – indouwen, en creme fraiche en fois gras en…
Zelf denk ik dat het juist de kunst is om er geen vette hap van te maken. Verbazend genoeg mag je deze aardappeltaart als een entree zien. Krijg je ook maar een klein puntje van op je bordje, zag ik, da`s ook weer zo. Het moet de eetlust opwekken, een entree, niet bederven.
Gekte er een aan de bar, dat ie nu alvast maar een bodempje legde voor vanavond. En passant lieten ze nog wat gerechten zien die de maaltijd completeerden. Dan heb je tot de volgende morgen toch geen trek meer?

KLASSIEK
Zo langzamerhand begint het me te dagen hoe een klassieke franse eetdag er uit ziet:

  • In alle vroegte ontbijt je met een stukkie brood en een plas koffie in een kom, al of niet met (veel)melk en suiker
  • Om tien uur heb je dan een stuk(je) brood – fiselle / baguette – met ham of zoet erop, vaak een stukje fruit, een kop koffie, melk, of koude chocolademelk – een of ander oplosgoedje. Of zelfs een croissant. Van gasten begreep ik dat die croissant er vaak alleen op de zondag is – te veel vet.
  • Omstreeks 12 uur hét Midi. Dan eet je een repas met alles erop en eraan.

Dat bestaat uit een entree (paté, hors d`oeuvre, soepje o.i.d.),

een plat – hoofdschotel- stukkie vlees met iets als pasta, aardappelen of een ander vulmiddel

een entremet, bijvoorbeeld een salade. De salade kan ook als entree gelden

een dessert iets zoets als pudding, ijs etc of kaas, of koffie met soms een bonbon. Als je het dan chique wilt doen kun je dat dessert ook nog uitsmeren over verschillende gangen.

Na het midi volgt dan in de nog redelijk relaxte kringen een uiltje knappen. Dat komt er tegenwoordig niet veel meer van. Volgens een onderzoek van Le Monde schijnen mensen steeds meer snel iets te pakken als een sandwich en dat achter hun buro op te eten. Of de pauze is vaak niet langer dan een halfuur, dan doe je de luiken ook niet ff snel meer dicht.

  • Dan rond 4-5 uur een snack, meestal iets kleins een croque monsieur, een stuk fruit, wat noten, petits fours, een koekje of zo en iets te drinken. Water, thee, koffie, limo…
  • Aansluitend neemt men in bepaalde kringen dan een soort aperatief 5-6 uur. Dan wordt of de snack overgeslagen en/of men knabbelt wat noten tijdens de apéro.
  • Rond 8 uur gaat men voor het diner, dat tijdstip varieert sterk. Het moderne drukke arbeidsleven, steeds langere werkdagen, en dergelijke dwingen soms dat tijdstip te verleggen. Meestal naar voren. Het diner in de avond is lichter dan het Midi. Hier beperkt men zich tot een koud en of warm gerecht en een salade, meestal brood erbij. Dat kan dan afgetopt worden met een licht dessert. Iets als yoghurt, een flan, of stukje kaas. 
  • Souper. Hà, het beruchte Souper. Dat kan plaats vinden vanaf 11 uur. Dat wordt alleen in zeer gegoede kringen nog gedaan of eigenlijk alleen nog maar bij dinner parties of feesten. Hoe zo`n souper exact in elkaar zit moet ik nog uitzoeken.

Als je dit dan leest denk je meteen dat al die Fransen moddervet moeten zijn. Niet dus. Volgens datzelfde onderzoek in le Monde, is het geheim om niet tussendoor even een graai in de koelkast te doen. En matig te eten als je de hele dag op die manier gevoederd wordt.  Echter, wees eerlijk denk ik dan. Welk urbaan / modern gezin kan zich al die tijd voor al die maaltijden nog veroorloven. Niet te denken aan de pegeltjes. In werkelijkheid zal zich dat natuurlijk op veel bescheidener schaal afspelen. Bovendien kunnen gewoonten, tijdstippen, en samenstellingen van zo`n eetdag per streek en sociale laag natuurlijk anders zijn. Op het platteland leeft men nog wel richting dat patroon. Ook dat is echter aan het veranderen lees ik. Het boven geschilderde scenario is toch wel erg luxe, ook wat tijd betreft. 

BP 

foto:jrhoeve

Zo had BP wel een punt toen hij zei dat meestal dat apéro alleen nog maar vrijdag ingenomen werd. “Dan zetten we het op een zuipen omdat de rest van het weekeinde er dan nog aankomt”, zei ie. “Door de week is men erg matig met drinken.” Nou als er één iets over drinken kan vertellen dan is het BP wel. Als die kerel eens een keer niet een kegel uit zijn gezicht heeft hangen is dat iets zeer bijzonders. Na het aanbieden van de boekjes ontspon zich wel weer een gesprek over eten natuurlijk. Koken kan hij als de beste. En ben geneigd daar wel enig geloof aan te hechten. Als we het over recepten hebben dan weet ie zijn weetje wel. Het is een scharrelaar, die zo links en rechts wat `regelt` of “recupereert‘, zoals hij het dan zo zegt. Recht voor zijn raap zeg ik dan “gejat dus”, en daar is ie dan niet eens verbolgen over. “Die is toch gek, dien `Ollander`” zie je hem altijd denken. Meestal geeft ie dat stelen nog wel toe, en is er nog trots op ook! Rare kwibus. En steevast komt er dan achter aan: “Maar bij u ben ik absoluut te vertrouwen hoor, mijnheer Robat!” Hu, mijnheer Robat. Kontkruiper, denk ìk dan weer.
Maar volgens zijn eigen zeggen kookt ie ook graag, en goed. Dat wil ik graag wel eens proeven, zonder meer, laat ik blijken. Vervolgens had ie nog hert en zwijn in de aanbieding, of ik belangstelling had. “Ach doe maar een paar kilo” zei ik. “Ben niet zo gek op wild maar Fannie kan daar vast wel iets lekkers uit maken denk ik.”

WINTERPOT
In deze regio zijn er eigenlijk drie gerechten die de winterpot vormen. Althans de traditionele gerechten.

Natuurlijk de Choux Croute.

Laagjes zuurkool afgewisseld met laagjes uien, plakken worst, gerookt spek, penen. Wat al niet, en in allerlei varianten. 

Dan de Boeuf Bourguignon.

Draadjesvlees met gerookt spek, wortels, knoflook, uien en champignons. Daar leeg je nog een fles wijn in, paar uurtjes pruttelen, heerlijk. 

Als klapper, de Pot Au Feu.

Een soort stevige soep met kool, kruiden, stuk vlees, aardappels, en penen. Daarvan bestaan, heb ik begrepen, net zoveel varianten als inwoners van Frankrijk van. De BB en CC idem. 

Zo, dat was mijn wekelijkse blurp wel weer over eten.