Archief | december, 2012

high-low tech

9 dec

Het is zondag. Zondag is altijd een lui-lekker dag. Lekker lang in bed liggen met een bak koffie, brunch in bed, muziekje op (internetradio op Chopin gezet), wat boeken bij de hand, een blocknote, lekker kletsen met mijn lief. Ah, echt Victoriaans in je kamerjas met een boel kussens in je rug overeind zitten en zo een groot deel van de dag doorbrengen.

Belle Epoque

huis ontworpen door Gaudi

In mijn schetsboekje ontstaat een nieuw ontwerp voor een huisje. Een beetje naar de stijl van de Belle Epoque – ergens tussen de 1890 en 1920 – Nouveau Art of Jugendstil, net hoe je het wil noemen. Gisteravond stuitte ik op een artikel daarover. Dan gaan de vingertjes weer over het toetsenbord, en via de zoekmachines kom je dan aan plaatjes, filmpjes, nog meer artikelen, en het ontstaan van de stijl Nouveau Art. Dat was zo’n beetje in de geest van: het roer om, maar dan in de kunst en architectuur. Weg ging het van de klassieke vormen. Terug kwam een soort fusie van vormen die je in de natuur vind en daar een stilistische draai aan geeft. Gaudi (filmpje), een van mijn favorieten, gaf daar weer zijn geheel eigen interpretatie aan. Nu zouden we zijn stijl organisch noemen. Hij werkte heel veel met keramisten samen die de bekende daklijsten, schoorstenen, betegeling, en het basis materiaal voor diens mozaïken maakten. Een van de meest bizarre dingen in Barcelona is het onvoltooide Parque Güel. Het was een project dat begon als een woonwijk voor rijken, maar het enige dat er staat is een zeer bijzonder terras en twee huisjes.
Op de twee opvallende huisjes bij de ingang van Parque Güell (filmpje of slideshow) in Barcelona zou je bijna het etiket Hans en Grietje huisje opplakken. De Nouveau Art beweging heeft zeer zeker een drastische omwenteling in de kunst veroorzaakt.

Stijl
De Parijse metro ingangen zijn bijna allemaal in de Art Nouveau stijl.
Deze stijl heeft als basis gediend voor veel dingen in de omgeving van LMQR. Dat kan je bijv. zien aan balkonnetjes van huizen en aan prachtige ijzeren smeedwerk van poorten. Wel, zo heeft iedereen zijn voorkeuren en liefdes. Dit is de mijne qua stijl, en dat uit zich ook in mijn eigen keramische huisjes. Prachtig vind ik ook de talloze mozaïeken die Gaudi ontworpen heeft. Ook hier is het: zoiets spreekt je aan of niet. Gelukkig vindt niet iedereen alles even mooi. De een noemt het kitsch de ander kunst. Als al die stromingen, kleuren en voorkeuren zouden verdwijnen, zou dat erg saai worden. Ik stel me daar het rijtjeshuis syndroom bij voor. Alles is gelijk, eender, hetzelfde. De variatie is weg gecultiveerd, en er is een grauwe eenheidsworst ontstaan waarbij het minste geringste detail is voorgeschreven. Niemand die het opvalt, iedereen tevreden. Of toch niet?

Kunst?

Parque Güell

Dat is precies wat zo boeiend is in de wereld van creativiteit. Onophoudelijk ontstaan er weer andere stromingen, komen er nieuwe materialen, nieuwe technieken die geprobeerd gaan worden. Fascinerend!
Grappig is ook als je mensen over kunst hoort praten. Ze hebben er allemaal verstand van alsof ze er voor hebben gestudeerd. De hamvraag is of je van kunst verstand moet hebben om het te waarderen, dat geloof ik dus niet. Kunst – of kitsch zo je wilt – ontstaat uit emotie. Daarmee wordt een creatie beoordeeld.
Zo maakt Paul (blog) zeer bijzondere foto’s van de omgeving waar hij woont in LDF, en van dingen die hij meemaakt. Die vindt je mooi of niet, ikke wel. Wim maakt platen in een geheel andere stijl. Ook schitterende foto’s. Is het een of het andere dan mindere of hogere kunst? Het spreekt je aan of niet, dat is eenvoudigweg de hamvraag. En heel af en toe wordt iemand dan hebberig en hangt het aan diens muur of zet het op diens kast. Dat is mooi. Je weet dan dat iemand daar elke dag naar kijkt en ervan geniet..

Oeps, ik dwaal af.

HIGH-LOW
Het thema van vandaag is hightech en lowtech. Iets waar ik, vooral in de winter, dagelijks mee te maken heb. Om het uur een paar blokken hout in de CV kachel mikken om het warm te houden, terwijl je je blog aan het tikken bent op een portable compjoetertje. Leven in die twee werelden geeft een zeldzaam gevoel van onthechting.
Bijna vijf jaar geleden draaide ik aan een knopje en, hop het was warm. Meestal deed de voor ingestelde thermostaat toch wel het werk. Computers stonden altijd en overal aan, dat tweede scherm waar ineens zoveel over te doen is, hadden wij al jaren geleden aan onze tevee gekoppeld. Ook in de keuken hing een computerscherm aan de muur. Handig bij het koken en discussies aan tafel. In de WC zat ook een aansluiting op het netwerk. Maar dat was meer als gadget bedoeld en om de gasten een beetje te stangen. Printen deed je vanuit je stoel, twee verdiepingen hoger spuugde de printer het velletje eruit. Alles automatisch, en het deed ’t eigenlijk altijd. De keren dat het internet in een jaar eruit lag kon je op een hand tellen. Dingen om je heen gingen automatisch aan of uit. Kortom, het leven viel je niet lastig met banale dingen.

Hoe anders is het leven nu. Nu is het ieder jaar weer een nieuw avontuur om hout te kappen, kloven en zagen, het huis in te kruien, de as afvoeren… Anders heb je het koud in de winter. Je moet ook dingen inslaan als brandstof voor de maaiers, aanmaakspul voor de kachel. Dat maakt het leven hier wel speciaal. Je wordt met je neus op de feiten gedrukt dat alles niet meer zo vanzelfsprekend is, en dingen soms niet werken zoals dat hoort.
Om onverklaarbare redenen klapt dan de solar farm eruit. Al beschouwend denk je dan: veel te high tech in een wereld als deze. Hoe meer er dingen aangestuurd moeten worden des te groter is de kans dat het misgaat. Met andere woorden het moet simpeler, directer. Meer low tech, hoewel zo’n solar farm voor de gemiddelde man in de straat dan nog steeds hightech kan zijn. Zodra Wim het met me eens is over versie drie dan ga ik het zo dan ook in elkaar schroeven. In het voorjaar buigen we ons dan wel over het bedrijfszekerder maken van de schakelboom zoals die bedoeld was.

Badhuis
Lowtech is ook het eerste dat in me opkwam toen ik vorig jaar over ons badhuisje begon na te denken. Fannie wilde er ook een bubbelbad van maken. Was ik eigenlijk niet zo’n voorstander van. Zoiets met grote pomp, stroom nodig om te verwarmen, gecompliceerd en geen low tech. Eenvoudig is beter is mijn credo. Wat beweegt of moet bewegen heeft een grotere kans dat het stuk gaat of “het niet doet”.
Bij zo’n ontwerp rijzen er altijd vragen over zaken die je niet kent of weet. Enter: het interwebz. Immer beschikbaar met allerlei suggesties en oplossingen voor het een en ander. Van Romeins badhuis tot houtgestookte sauna met alles wat er tussen ligt. Het uiteindelijk ontwerp moet je toch echt zelf doen. Al pratend kom je samen tot een soort van gebruikerseisen, die af en toe bijgesteld worden. Van jacuzzi tot Japans badhuis. Van modern tot klassiek. Welke materialen, welke techniek, wat, hoe, maar vooral wanneer. Er moet namelijk echt een keer een klap op de ontwerp plannen komen en met het bouwen worden begonnen. Moeilijk gedoe met vergunningen wil ik toch wel vermijden. Iets wat zonder vergunning gezet mag worden heeft de voorkeur.

bron: travel-japan.jp

Fannie en ik hebben het er al een paar jaar over: een jacuzzi en misschien een sauna. Die moeten er nu toch echt komen vinden we. Vanochtend las ik over een super efficiënt houtgestookt kacheltje. De associatie met de sauna is dan snel gelegd. Een houtgestookte sauna lijkt me eerlijk gezegd wel wat. Fannie vond die infra rode toestanden namelijk maar niks. Af en toe in schaarsgeklede toestand de kou in om een blokje in de kachel te stouwen is ook niet mis. Koel je meteen een beetje af. De benodigde leidingen liggen er weliswaar al, maar daarmee kun je nog alle kanten op. Ook gewoon wegstoppen. Schakelen we meteen door. Dan kan ook heel makkelijk het bad opgestookt worden met dat kacheltje. Hé, denk ik dan. Komen we weer heel dicht bij het originele ontwerp. Lekker low tech, behalve de bubbels. Die zouden wel fijn zijn, dan toch maar een beluchtingsinstallatie?

Bocuse

7 dec

In de avonduren zit ik veel op YouTube naar demofilmpjes van het pottenbakken te kijken. Daar leer je veel van, en kom ik vaak op ideeën door de technieken die de pottenbakkers laten zien.
Toevallig zwierf in mijn selectie ook een TV serie rond: GourmetTV. Mijn eerste gedachte was, hoe kan dit nu weer, ik had toch duidelijk op pottenbakken gezocht. Normaal gesproken ben ik gek op dergelijke TV shows en zijn dit soort series best wel leerzaam. Veel hint en tips, of laten iets zien waar je zelf nooit zomaar aan zou durven beginnen. Deze serie was echter anders en ging over de top koks van een tiental jaren terug. Als je dan ziet met welk gemak die heren en dames chef koks met de pannen in de weer zijn, dan voel je jezelf (terecht) een enorme amateur. Daar zal ik zelfs nooit van in de schaduw kunnen staan. Ook al vinden veel gasten dat ik lekker kook, toch lukt iets een enkel keertje minder goed. Het is wel altijd gezellig aan tafel. En daar gaat het om, dat gasten zich onthaald voelen, lekker eten en een gezellige avond hebben in Le Mouton Qui Rit.

Een van de episodes ging over Bocuse. De chefkok der chefkokken, vinden vele mensen dan. In die aflevering, en dat kwam mij een beetje al te onnatuurlijk over, lieten de geïnterviewden zich uitsluitend politiek correct uit over Bocuse. Opmerkingen zoals: genereus, gepassioneerd, loyaal, deelt met anderen etc etc. was het enige dat blijkbaar bij de regiseur door de beugel kon. Zelf denk ik dan dat je geen nationaal instituut kunt zijn geworden als je niet over lijken bent gegaan. De concurrentie in de culinaire wereld is volgens mij moordend. Ieder van de chef koks wil op het hoogste bordes staan, en, zoals bij elke competitive omgeving, zal afgunst en nijd een grote rol spelen. Professioneel koken is een ambacht, maar evenzeer een kunst. In dat wereldje spelen grote emoties de hoofdrol. In 2011 is Paul Bocuse uitgeroepen tot Chef van de Eeuw door het Amerikaans Culinair Instituut. Nou dan moet je wel wat onder de moterkap hebben zitten, of niet dan!

Imperium
Nog steeds is Bocuse bezig zijn imperium uit te bouwen, petje af hoor. Een krasse baas nog, van tegen de 90! En nog een drie sterren kok! Uit de aflevering in 2003, in de stijl van: “een dag met…” bleek wel dat ie zich niet meer zoveel met het handen en voetenwerk bemoeide dan wel met het instituut Bocuse. Het is een merknaam geworden, en daar moet je voortdurend aan blijven werken.
Heel interessant om eens een inkijkje te hebben in die wereld.
Bocuse’s site is, geheel onfrans, taalgevoelig. Althans het schakelt automatisch tussen Frans en Engels. Niet helemaal perfect, maar goed bedoeld. Mooi hoor die plaatjes. Hoewel een beetje sloom met laden, een kniesoor die daarop let. Klik maar eens door naar de menu’s. Vind ik dan weer erg mooi gedaan.

TER PLEKKE
Het wordt nu echt, heus, helemaal waar, winter. Vanochtend viel er weer een laag sneeuw. Het wordt dan meteen een stuk stiller in de wereld. Al het geluid komt heel dof door zo met die verse sneeuw. Dat dempt al het geluid. Tijd voor een fotosafari denk ik. Dit worden mooie winter platen, misschien wel voor de komende jaren erbij. Want er gaan geruchten rond dat de komende zomer heet wordt. Hoe men dat nu al kan weten is mij een volslagen mysterie, maar goed. De plaatselijke boeren hebben het niet vaak bij het verkeerde eind weet ik uit ervaring. Een lange hete zomer geeft namelijk vaak een zachte winter. Hopelijk, want deze winter lijkt streng te worden. Morgen maar eens een nieuw zak brokkies voor de schapen aanbreken, dan krijgen die ook wat extra energie.

Knorrie
Blijkbaar is het varken netjes in stukken verwerkt, van de week zag ik namelijk onophoudelijk autootjes voorrijden bij de buren. Klaarblijkelijk is het een soort communaal varken geweest. Iedereen laadde een stuk van het beest in.
Hoezo thuisslachten is “verboten“. Dat bedoel ik nu met dat LDF bizar veel regeltjes, wetten, en een ongeëvenaarde bureaucratie kent. Met die regeltjes enzo, wordt met een zekere flair omgegaan. Een soort laisser fair die je in veel zuidelijke landen tegenkomt. Hier telt meer de vorm dan de regel. Behalve als een buurman naar de wouten belt omdat ie last heeft van de rook van een brandstapel van ons. Dan komen er meteen 4 mannetjes in het blauw je terrein op om uit te zoeken wat je aan het doen bent. Maar zolang je je onder de radar blijft bewegen, dan bemoeit niemand zich met wat je aan het uitspoken bent. Dat maakt het leven aangenaam rustig.

SolarFarm
Over uitspoken gesproken. Vorige week knalde de Solar Farm eruit. Iets met een klep die verkeerd open stond. Een nieuwe kans om het schakelpaneel te versimpelen, althans voor mij dan. Een deel van de functionaliteit offer ik dan nu even op, dat komt met het voorjaar wel weer. Het zal in ieder geval eenvoudiger te bedienen zijn. Of het precies doet wat ik er van denk moet Wim nog ff bevestigen, maar na een dag of twee het tekeningetje te hebben laten liggen denk ik nog steeds dat het zo gaat werken.

D1,2 driewegklep,K1,2 standaard klep

Het gaat er om dat de drie eenheden als SolarFarm, Atelier en Huis onafhankelijk van elkaar kunnen opereren en dat er ook tussen de CV, de SF, met het atelier geschakeld kan worden. Dus óf de CV óf de SF kan het atelier dan verwarmen. Maar de SF kan ook de CV weer vorstvrij houden. Om de temperatuur te kunnen blijven meten als de CV en SF gescheiden zijn, lopen die twee kleine groene leidinkjes. Daar zit een 2cent stuk in met een heel klein gaatje erin, zodat er altijd iets stroomt. Daardoor neemt het buisje de temperatuur aan van het water, dat willen we weten én meten. Zo werkte het bij de vorige versie ook perfect, dus waarom hier dan niet. Dit is dus versie 3 van het schakelpaneel. Hoeveel versies zullen er nog volgen voor die installatie perfect dat doet wat ik ervan wil hebben? Nou ja, het blijft een beetje een hobby met voortschrijdende inzichten. Wat het allemaal een beetje moeilijker maakt dan nodig, is dat ik er steeds dingen bij verzin. Dat betekent iedere keer een herontwerp en experimenteren. Dingen gaan dan weleens niet zoals dat bedacht is. Dat blijft het leuk houden. Als iets zomaar plotseling in een keer goed zou draaien zou ik daar slapeloze nachten van krijgen. Me afvragend waarom, en wanner het in de soep zou gaan draaien.

Wordt weer vervolgd.

Milieu

4 dec

Da’s ook wat, wilde ik een plaatje van de eerste sneeuw op de blog zetten, kon ik geen plaatjes meer opladen omdat mijn quota van 1GiB is overschreden. 
AHA! Het heeft even een paar uur uitvlooien gekost, maar dan heb je ook wat. De oplossing bleek uiteindelijk redelijk simpel te zijn. Het was even een beetje gegoochel, maar een kniesoor die daar op let. Ik kan dus weer even vooruit met fotootjes opladen naar de blog.

de eerste sneeuw

Strooien
Misschien een beetje vroeg, maar er lag zondag al een lekker pak sneeuw. Tegen de gladheid strooien ze hier met een soort mélange, een mengsel van zand en fijn grind. Dat spul spat zo lekker tegen je auto op. De eerste put zit al in de ruit. Die ruiten van Volkswagen zijn al zo kwetsbaar. OK misschien is dit strooispul op zich zelf wel milieu vriendelijk, maar wat is het milieu effect van al die reparaties dan. Hoeveel energie moet daar wel niet voor vernietigd worden. Ruiten maken kost ernorm veel energie. Nieuwe lak, ook niet zo best met al die industriële oplosmiddelen. Staal, voor een nieuwe motorkap, dat wil je niet weten wat dat kost aan het milieu. Doelloze arbeid, mensen die voor jouw reparatie naar hun werk moeten rijden. Enz enz. De milieu footprint van reparaties is dus enorm. Vele malen groter dan een beetje zout in het grondwater, dat kan de natuur best wel hebben. Vooral als er met beleid wordt gestrooid. Het zijn immers geen drukke verkeerswegen hier op het platte land.

Konfit
Het confituren van de mandarijnen gaat redelijk goed. Elke dag proef ik er eentje om te kijken wat’t wordt. Erg veel smaak vind ik er niet aan zitten. Ze schrompelen wel behoorlijk, en volgens mij is dat nu net niet de bedoeling. Dus ik zal wel iets fout doen. ’t Zal wel iets te maken hebben met de concentratie van de suiker. Zomaar een afgestreken kop suiker erin kieperen is natuurlijk geen erg betrouwbare manier. Tijd om de volgende batch wat methodischer aanpakken: meten is weten. Nog één dag een keertje opkoken en dan het droog proces uitvoeren, eigenlijk is er dus nog niets van te zeggen.


Ondertussen staan er drie dingen te pruttelen op het formuis: konfijt, soep van het huis en hamlappen in een pruimen / kruidnagelen saus. De essence of mélange voor de likeur is al klaar. Zie recept voor de mandarijnen likeur op onze site onder cookbook.

Soep
Het recept van de soep heeft als basis het recept van Wim. De azijn is er uit gelaten, het aantal botten is namelijk minimaal. Wel een flink stuk rundvlees met bot, 2 grote uien, 2 knoflooktenen, zout, 2 eetlepels paprikapoeder, 6 tomaten, 4 grote aardappels in schijven, uiteraard gerookte spekkies. Oh, en een paar kleine winterwortels (ook in plakjes gesneden)
Eerst de spekkies uitbakken met een beetje olijfolie, ondertussen alles schillen en snijden. Dan het vlees aanbraden. Tenslotte alle andere ingrediënten erin, optoppen met 2 liter water, en voor de liefhebbers een paar druppels tobasco. Minimaal 2 á 3 uur op een laag pitje, zodat het nog net een beetje pruttelt, laten sudderen.

Lekker met croutons of een stukje geroosterd stokbrood.

Eet smakelijk.

Knorrie R.I.P.

1 dec


Deze zomer hebben jullie massaal het varken van de buren aan de overkant zitten voederen met van alles wat overbleef uit de keuken en van de tafel. Echter, Knorrie is niet meer, en wordt op dit moment verwerkt tot karbonaadjes, worst, en soepvlees. Iedereen wist dat dit het lot van Knorrie zou zijn, dus dit is echt geen verrassing.

Prelude
Zit ik lekker met mijn schatje te kletsen, hoorde ik een enorm gekrijs en gestommel buiten. Helemaal niet nieuwsgierig liep ik rap naar het raam, en passant mijn camera van de tafel grissend. Ik keek naar buiten en zag een behoorlijke commotie bij het varkenshok aan de overkant. Met drie man sterk probeerde men Knorrie om zeep te helpen. Oeps, geen goed zicht, snel naar kamer 5. Dat is beter. De camera op repeat gezet om geen enkel moment te missen.

Noodsprong
Ik zie drie volwassen mannen achter het varken aanjagen. Dat is altijd koddig om te zien. Uiteraard grijpen ze een tijdje mis. Varkens zijn slimme beesten, en Knorrie tegen beter weten in kroop weg in zijn nachthokje. Zo van, lekker puh, zie maar dat je mij hier uit krijgt. Je doet toch wat in doodsangst. Het hok werd vervolgens half gesloopt, opgetild en Knorrie eruit geschud. Na een korte vervolg jacht op 4 vierkante meter werd een paar keer de bijl geheven. Een beetje lukraak op de kop van het beest inslaan bedoel je, totdat het door de hoeven ging. Tenslotte kon Knorrie dan toch de Grote Reis beginnen. Tsjonge, dat ging niet zachtzinnig. Nu staan de fransjes niet erg bekend om hun dier vriendelijkheid, maar dit ging nogal van behoorlijk dik hout zaagt men planken!  

Scheren
Met enige moeite hesen de heren het kadaver op de ladder en begon het scheren. Meestal gaat dat met een vlammetje om de haren eraf te branden, maar met een scherp mes kan het natuurlijk ook. Ik loop er heen, vraag of ik fotootjes mag maken. Er wordt geknikt. Zo van, heb je die rare ‘ollander weer. Zo kan ik toch nog een mooi plaatje schieten.

CONFIT

Het kerstdiner met de kookklub is in aantocht. Wij moeten het toetje doen. Wat zal het worden? Via Marmiton krijg je elke dag wat ideeën aangerijkt, 9 van de 10 keer mik je het weg. Van de week hadden ze het echter over konfijt. Hé da’s leuk. Heb ik nog nooit gedaan, en wellicht is het wat voor het diner. Het internet, de wereld bieb, snel geraadpleegd. Immers, meer recepten is altijd beter. Daar destilleerde ik dan weer het een en ander uit en ging aan de slag.

Recept
Men neme 500 gram suiker, losse dat op in een halve liter water. Pel 5 mandarijntjes, rijper is beter, en zorg dat het wit zoveel mogelijk er van af is gehaald. Alles in een wijde steelpan doen en net aan de kook brengen. Meer niet, dus niet laten dóórkoken of zo. Dan 24 uur laten afkoelen. De volgende dag een afgestreken kopje suiker toevoegen, weer aan de kook brengen en af laten koelen. Herhaal dat vijf dagen. Waarom vijf dagen is mij een raadsel, maar dat zegt het recept. Daarna de vruchen uit de oplossing halen en in een oven op 50º laten opdrogen. In een van de recepten staat dat je daarna de vruchtjes in poedersuiker kunt rollen en verder drogen. Zelf denk ik dan nog een deel in de chocolade te dompelen. Lijkt me heel lekker te worden.

Meten is weten
Bij verder lezen kom ik te weten waarom dat toevoegen van de suiker nodig is. Omdat er vocht aan de vruchten wordt onttrokken wordt de suiker oplossing verdund. Dat hef je dan weer op door er suiker bij te doen.
Meten is weten zeg ik altijd. Dat zomaar erbij mikken van suiker lijkt me een te wisselvallig resultaat te gaan geven. Dat moet beter kunnen. Ook hier biedt de internet bieb weer oplossingen voor. Na een minuut staat de info op mijn schermpje. Er is een eenheid of grootheid voor het suikergehalte: Baumé of Oechsle graden. Dat kun je of met een soort dompelaar meten of met een refractie meter. Beiden had ik al aangeschaft voor twee andere projectjes: appelstroop en likeur maken. Fannie zegt altijd: “Eerst het recept gaan volgen, en dan je eigen kraak en smaak aanbrengen.” Zo gezegd, zo gedaan. Daarna kan ik alijd nog de jonge wetenschapper uit gaan hangen ;=) Niet dat een van beide methoden een garantie biedt dat het allemaal goed gaat. In de keuken speelt altijd ervaring een grote rol of iets lukt of niet. Oefening baat kunst.
De suiker oplossing die overblijft heeft uiteraard een vet-flinke mandarijn smaak, daar maak ik dan nog een flesje mandarijn likeur van. Net zo makkelijk. 

update:
Tegenwoordg heeft men het alleen nog over Brix voor het suikergehalte.

brixmeter

Brix is een maat voor de hoeveelheid opgeloste suikers in een vloeistof. Het geeft aan hoeveel procent van de vloeistof uit suikers bestaat. De waarde wordt uitgedrukt in graden (°Brix). Met een refractometer kan het suikerpercentage gemeten worden.
In oude literatuur en recepten kom je in plaats van °Brix, °Baumé (°B) tegen. Om het suikerpercentage te bepalen moet je het aantal °Baumé met de omrekenfactor 1,8 vermenigvuldigen. 10 °Baumé is dus 18 °Brix. en 15,5 °Baumé is dan 30 °Brix. (Een brixmeter is dus een refractie meter)
bron: horeca nl

kijkvenster brix meter